DE COMPETITIE
Het competitieduel tussen FC Groningen en Roda JC is zojuist geëindigd. Erna Eringa staat naast een technicus. Ze
is leerling-verpleegkundige en voetbalfan. Hij spoelt een videoband terug.
Daarop staat een integrale weergave van de wedstrijd. Ze ontvangt de band
en loopt ermee het stadion uit. Ze opent het cijferslot van haar fiets. De
meeste voetbalsupporters gaan huiswaarts, zij niet. Al fietsend voelt ze
zich verwant met koeriersters in de oorlog. Ze is op weg naar het
Academisch Ziekenhuis. Daar wachten ze op haar band.
In de recreatieruimte van de afdeling
traumatologie druppelen wat mannen binnen. Sommigen zijn in pyjama,
anderen in badjas. Erik Luipers heeft een opengeknipte spijkerbroek aan.
Zijn rechterbeen zit in het gips. De TV wordt op kanaal 20 gezet. Na vier
minuten verandert het sneeuwbeeld in een wedstrijdverslag van FC Groningen
versus Roda JC. Het is een aantrekkelijk duel met wederzijdse kansen. De
rechter vleugelspits van FC Groningen scoort met een lobje de eerste goal.
Henk Luipers is enthousiast. Hij speelt zelf op die positie bij een kleine
club. Bij het juichen gaat zelfs het gips even de hoogte in.
De spelers van FC Groningen hebben zich
inmiddels gedouched en omgekleed. Ze zitten bijeen in het spelers-home. Ze
zijn uitgelaten na de zwaarbevochten zege. Sommige echtgenotes en
vriendinnen zijn er ook, verder enkele bestuursleden en de trainer. Erna
komt binnen. Ze is terug van haar missie. Ze heeft sinds een jaar toegang
tot dit heiligdom. De meeste spelers kennen haar wel. Ze bestelt een
jus-tje. Ze vindt een geschikte gesprekspartner: de verslaggever die de
videobeelden van commentaar voorziet. Ze praten na over fraaie
dieptepasses, steekballetjes, stiftjes en schijnbewegingen. Opeens staat
Wijnand van de Bron voor haar. De felle linkervleugelverdediger.
'Hai Erna' zegt hij.
'Wijnand' zegt ze. Ze is aangenaam verrast.
'M'n verkering is uit' zegt hij en loopt snel naar een groepje
medespelers.
Erna is verbouwereerd.
'Veelbetekenend, Erna' zegt de verslaggever.
Daar gaat ze maar niet op in. Ze analyseren zijn speelstijl. Hard in de
duels, behendig aan de bal, gevaarlijk in de counter. Ondertussen ontdekt
ze dat het knappe donkere vriendinnetje van Wijnand niet aanwezig is. Ze
wil hem complimenteren met z'n spel, maar hij is steeds in gesprek met
anderen. Ze wuift naar hem bij het weggaan. Hij heft z'n bierglas even op.
Ze weet dat hij even oud is als zijzelf: achttien.
Het is maandag. Erik Luipers heeft al een paar dagen dezelfde drie
zaalgenoten. Een oudere mevrouw die de hele dag ligt te doezelen, een
leeftijdgenoot die voortdurend in het rokersdagverblijf naar MTV zit te
kijken, en een man van middelbare leeftijd die constant ligt te
telefoneren met zijn bedrijf. Als je vanuit het
ziekenhuis je zaak kunt runnen, dan kun je ook studeren, redeneerde Erik
een week geleden. Hij is eerstejaars biologie, en hoopt dit jaar de
propaedeuse te halen.
Op het moment heeft hij een stapel studieboeken
en collegedictaten op schoot. Hij rijdt zijn rolstoel voorzichtig naar het
niet-rokers-dagverblijf van de afdeling.
'Professor' groet een medepatiënt.
Dat is zijn bijnaam sinds een paar dagen.
'Goeie morgen' zegt hij terug.
Zelfs de zusters lijken zijn naam niet meer te kennen. Ze zeggen
"professor" en "u". Het begint al te wennen.
Erna loopt sinds een maand stage bij
traumatologie. Het is vooral een kennismaking. Ze mag nog niet veel.
Wassen, temperaturen en tillen noemt ze het zelf. Ze mag meekijken hoe de
gediplomeerden veel andere taken uitvoeren: wondverzorging, medicijnen
delen, catheteriseren, redons eruit halen en hechtingen verwijderen. Ze
heeft soms moeite haar handen thuis te houden.
Op het moment is er koffie in de verpleegpost.
'Jet, krijgt 'de professor' nog steeds sintrom?' vraagt de
hoofdverpleegkundige.
Ik ben zo langzamerhand de enige die hem nog consequent Erik noemt,
denkt Erna.
'Het staat nog steeds op de lijst' zegt Jet.
'Die jongen is al anderhalve week van bed af!'
'Een vergissing van Hans?'
'Moet wel. Die arts-assistenten van tegenwoordig, niks meer waard'.
'Moet ik het regelen met Hans?'
'Nee, ik grijp hem wel in z'n kraag'.
Na de koffie is er even niets te doen. Erna loopt langs het
niet-rokers-dagverblijf. Erik zit daar te studeren. Ze wil een trucje
uitproberen. Haar vriendin vertelde gisteren dat je iemand kunt laten
omkijken door hem heel lang op de rug te kijken. Ze kijkt met hypnotische
blik door de ruit van het niet-rokers-dagverblijf. Hij reageert totaal
niet. Ze laat zich niet uit het veld slaan. Ze haalt koffie, gaat achter
hem staan en zet de kop naast hem neer.
'Erna' zegt hij zonder zich om te draaien.
'Dat weet je dankzij mijn telepathische kracht' zegt ze.
'Nee' zegt hij 'ik herkende je hand'.
Ze moet mee met Jet. Die gaat hechtingen verwijderen bij meneer
Boerma. Halverwege de middag zit Erik nog steeds in
dezelfde positie achter de boeken. Erna sluipt het niet-rokers-dagverblijf
binnen en legt haar hand voor zijn ogen.
'Erna' zegt hij opnieuw.
'Dat weet je dankzij mijn telepathische kracht' herhaalt ze.
'Nee' zegt hij 'ik herken je hand'.
Ze lacht, en laat hem los. Hij heeft een groot vouwblad voor zich vol
chemische formules.
'Zal ik je overhoren?' vraagt ze.
'Prima' zegt hij.
'Wat zijn dit?' vraagt ze.
'Suikers' zegt hij
'En dit?'
'Vetzuren' zegt hij.
'En deze kring?'
'Dat is de citroenzuurcyclus'
'Geslaagd' zegt ze.
Het is avond. Erna heeft thee gezet voor zichzelf. Sinds een jaar woont
ze op dit huurkamertje. Het is niet groot maar
beter dan een appartementje op de zuster-flat vindt ze. Daar
controleren ze je bezoek. Toen ze nog deel uitmaakte van de Z-side ging ze
bijna elke avond uit. Maar sommige vriendinnen van vroeger zijn de stad
uit en anderen hebben verkering. Daardoor zit ze nu veel alleen. Ze
verveelt zich een beetje. Ze bestudeert haar hand.
Ze betwijfelt of Erik haar daaraan herkende. Ze vindt haar lange smalle
vingers, dunne knokkels en korte ongelakte nagels niet echt bijzonder. Ze
neemt een slok thee. Zo langzamerhand vindt ze Erik wel bijzonder. Z'n
uiterlijk is niet erg opvallend en z'n manier van doen is ook wel normaal,
maar hij zegt soms dingen die je niet met rust laten, vindt ze. Laatst zei
hij:
'Erna jij kent me nu een beetje hè?'
'Een beetje'.
'Ik wil een spelletje doen. Jij moet raden'.
'Wat moet ik raden?'
'Mijn passies. Het zijn er drie. Ze beginnen alledrie met een v'.
'Voetbal'.
'Goed!'
'Vogels'.
'Goed!
Ze aarzelde even.
'Vrouwen?'.
'Fout. Vazen'.
Ze bloosde bijna. Hij haalde een fotomapje tevoorschijn met
afbeeldingen van zelfgemaakte schalen, potten en vazen, gedraaid op de
pottenbakkerssschijf in de schuur van zijn vader. 'Een passie voor
vrouwen' spotte hij 'wat een raar antwoord!'.
Hij speelde de vermoorde onschuld, denkt ze nu.
'Voetbal, vogels en vazen, ja, ja' zegt ze tegen haar theeglas.
Het is donderdagavond. Op de afdeling was de afgelopen dagen niet veel
te beleven. Er waren maar weinig nieuwe ongevals-slachtoffers en Erik was
ronduit onaardig. Elke keer als ze een praatje probeerde aan te knopen,
kapte hij het gesprek af onder het mom van tijd-gebrek.
De telefoon gaat. Mamma, denkt ze.
'Hallo, met mij'
'Dag mam'
'Ik bel zo maar'
'Ja?'
'Ja'
'Kijkt pap tv?'
'Ja, het journaal, maar hij gaat zo naar de training van het eerste'
Hmmm, denkt Erna, ze denkt aan de tijd dat ze vaak meeging.
'Ik kan hem wel vragen of hij na afloop jou even ophaalt, dan kunnen we
nog wat kletsen. Je kunt bij ons slapen'
'Nee, ik ..'
'Het hoeft niet hoor'
'Hoe laat begint de training?'
'Wacht. Pap, hoe laat begint de training? Heb je het gehoord?'
'Nee'
'Kwart over acht'
'Zou pap mij op willen komen halen?'
'Wil je mee? Wat leuk! Tuurlijk, kindje, tuurlijk pikt hij je
op'
'Vraag het hem toch maar even'
'Pa, haal je Erna zo even op? Ze wil met je mee. Hij vindt het fijn,
hij pikt je zo op, kom je daarna mee naar huis?'
'Nee mam, morgen moet ik vroeg weer op'
'O ja, gaat het goed op je stage?'
'Gaat wel, beetje saai'
'Volhouden, meisje'
'Doe ik ook'
'Doen hoor'
'Ja-aa'
'Nou, mooi zo. Kusjes hoor, ook van pap'
'Goed mam, groeten'
'Dag schat'
'Dag ma'
Ze legt op. Ze heeft wel zin om de jongens van het eerste en tweede
zometeen in actie te zien. Vooral Wijnand van de Bron natuurlijk. Wijnand,
bijgenaamd: 'het beest'.
Vader Eringa moppert op het partijtje van de groen-hemden tegen de
rood-hemden. De spelers van het eerste en tweede zijn gemixed door
hoofdtrainer Maringa. Dat stimuleert het aanstormend talent. Pa Eringa
voetbalde zelf niet onverdienstelijk. Hij speelde stopper-spil bij één van de betere amateur-clubs in
Groningen in de jaren vijftig en werd daar later jeugd-trainer. Erna's
vader schept er altijd behagen in de jeugd gebrek aan mentaliteit te
verwijten. Erna drentelt bij hem vandaan.
Wijnand schaduwt zijn jeugdige opponent, maar
de bal is ver weg. Hij ontdekt Erna en zwaait. Ze groet terug. Bij een
later intermezzo stapt groen-hemd Van de Bron zelfs even uit het speelveld
en vraagt: Wanneer maken we het 'aan' Erna? Hij ziet niet dat ze bloost,
want hij moet terug naar 'zijn' mannetje. Hij wordt op een verrassende
manier gepasseerd, tacklet het broekje van achteren, maar er is al een
goede voorzet verzonden. De rood-hemden nemen een voorsprong.
Terug bij haar vader klaagt deze: Als zelfs Van
de Bron zich af laat leiden, dan blijft er van Groningen in deze
competitie geen spaan heel.
Op vrijdagmiddag klapt Erik Luipers zijn dictaten en boeken dicht. Hij
rekt zich uit. Hij zwaait naar Erna, die net het dag-verblijf passeert.
Als Erna naar hem toe stapt, ze heeft
toch weinig beters te doen, tapt hij een bakje koffie in. Hij vraagt:
'Wil je ook?'
'Ik neem wel thee'
'Ik schenk wel in'
'Hoe gaat het met de studie?'
'Ik ben praktisch klaar, nog een keer de onderstrepingen langslopen,
dan haal ik het wel'
'Zelfverzekerd ben je wel hè?
'Beetje'
'En moeilijk uit je concentratie te halen, hè?
'Soms wel door jou, bij voorbeeld'
'Die indruk had ik anders niet'
'Ik doe soms of ik niet kijk. Ik zal je wat vertellen'.
'Wat dan?'
'Ik heb tegen je gelogen'
'Waarover dan?'
'Over die drie v's, die passies weet je nog?'
'Jawel'
'Het zijn er eigenlijk vier'
'Vier?'
'Ja, de laatste begint met "vr" '
Erna kan haar lachen bijna niet bedwingen. Ze zegt:
'Dus toch 'vrouwen', hè?
'Komt in de buurt!'
'In de buurt?'
'Ja, de vierde passie is: "vr, vr, vr, vrijen".
Erna weet niet meer hoe ze het heeft. Ze neemt maar snel een paar
slokken van de lauwe thee.
'Lelijk ben je niet, Erna' zegt hij.
Ze doet nog wat suiker in haar piep-schuimen bekertje en staat op.
'Ik moet weer aan het werk Erik, neem me niet kwalijk'
'Ik neem je helemaal niets kwalijk' zegt hij en inspecteert z'n
onderbeen. Erna verlaat het vertrek en morst onderweg een beetje thee uit
het dansende bekertje.
Later die dag krijgt ze een grandioze ingeving:
ze wil Erik uitnodigen voor de wedstrijd van Groningen tegen Feyenoord,
aankomende zondag. Groningen speelt opnieuw thuis. Ze is graag bereid
Erik's rolstoel naar het veld toe te rijden. 'Gehandicapten' hebben gratis
toegang, en recht op een ereplaats langs de lijn. Ze vergist zich niet in
Erik's zwak voor het spel. Ze vraagt het gewoon en hij gaat gretig op haar
aanbod in.
De zaterdag gaat ze winkelen met haar moeder.
'Als wij zo samen zijn' zegt ma 'moet ik soms gewoon aan een reclame
van vroeger denken'.
'Wat voor reclame?'
'Voor een of ander gezond margarine-merk. Dan zag je een moeder en een
dochter, en ze leken bijna vriendinnen, zo weinig verschil'.
'Was zeker voor mijn tijd'
'Toen was je vijf, of zo'
'O'
Erna denkt intussen aan haar luxe-probleem: De keuze voor een
'professor' of voor een 'beest'. Ze legt het maar niet voor aan haar
moeder. Die weet toch altijd alles beter, denkt ze.
Op zondag-middag is het hele Oosterpark-stadion volgelopen met
Groningers en Rotterdammers. De 'boeren' en 'stedelingen' worden door
politie en ME strikt gescheiden gehouden. Groningen-Feyenoord geldt als
een 'risico-wedstrijd'.
In de eerste helft zijn de kansen in evenwicht.
Er zijn spannende momenten voor beide doelen, maar er wordt niet gescoord.
Erna en Erik volgen in de verte de verrichtingen van het 'koppel'
Luipers-Konka. Erik is een fan van de rechts-buiten Dili Konka, wegens
zijn vermogen binnendoor of buitenom te gaan. Erna ziet, tot haar
genoegen, dat Konka redelijk aan de ketting ligt. Wijnand let nooit op de
benen van de tegenspeler, altijd op de bal.
In de pauze haalt Erna Cola, een reep en een
frikandel. Ze voeren een geanimeerd gesprek over de opstelling en
tactische plannen van beide ploegen.
In de tweede helft zien ze de opwindende duels
tussen het jeugdige 'konings-koppel' van nabij. Wijnand heeft maar weinig
oog voor Erna, wat natuurlijk geen wonder is. Na flitsend samenspel komt
Groningen, enigszins tegen de verhoudingen in, op voorsprong. Erna juicht
mee met de meerderheid. Erik zit stokstijf in z'n karretje, hij is
Feyenoord-fan. Hij ziet, onmiddellijk na het doelpunt, een van pijn
vertrokken grimas op het donkere hoofd van Dili. Enkele minuten erna
betrekt de mid-mid van Feyenoord, Werner Duflo, Dili in het spel. Met een
slepende beweging misleidt Konka zijn tegenstander. Deze zet een
genadeloze sliding in, die hem tot ver over de zijlijn brengt, maar niet
verhindert dat Konka een splijtende diepte-pass aflevert op de voet van de
opgerukte Duflo. De gelijkmaker. Het rumoer in het
stadion komt alleen nog van de meegereisde Feyenoord-fans.
De Groningse supporters kijken bezorgd naar de
zijlijn, waar Wijnand van de Bron onder de beensteunen van een rolstoel
geschoven is. Het interesseert Erik Luipers maar weinig dat zijn
voetkleppen de schenen van Van de Bron opengehaald hebben. Zijn idool
heeft immers de gelijkmaker ingeleid. Erna kijkt bezorgd naar het gezicht
van Wijnand. Ze volgt de bezigheden van de verzorger van FC Groningen op
de voet. Hij desïnfecteert en spray't de beenwonden.
De gearriveerde arts oordeelt echter dat verder spelen onmogelijk is.
Erna's idool wordt, zichtbaar geblesseerd,
afgevoerd per brancard. Daarvoor ziet hij toch nog kans haar te verrassen.
Hij zegt: 'Die Konka liet ik lopen, maar jou niet Erna, nooit niet'. Een
harde is het wel, Wijnand van de Bron.
Het duel eindigt in een verdiende 1-2 zege voor
Feyenoord.
In de dagen die volgen moet Erna constateren dat haar beide helden snel
opknappen. Uit de krant verneemt ze dat Van de Bron over twee weken
vermoedelijk weer fit is. Met eigen ogen ziet ze dat Erik's ontslag uit
het ziekenhuis snel nadert. Ze kan nog steeds geen keuze maken, ondanks de
tamelijk openlijke toenaderings-pogingen van Erik. Bij het vertrek geeft
hij de verpleging gebak, en haar een tulp. Ze houdt meer van rozen, maar
ze vindt het wel een schattig gebaar.
Na lang tobben in eenzaamheid legt ze haar
probleem voor aan haar wijze ouders. Er zijn dan drie weken verstreken na
het duel FC Groningen-Feyenoord. Feyenoord draait mee in de top van de
Nederlandse competitie, Groningen in de midden-moot.
In de huiskamer van de Eringa's gaat, op een
zaterdag na een actualiteiten-rubriek, de tv uit. Ma zet pinda's en chips
op tafel, Erna schenkt voor hun drieën iets te drinken
in. Aarzelend vertelt ze iets over haar 'sportheld', en over haar
'geleerde'. Het helpt weinig. Weliswaar zijn beide ouders enthousiast over
de kansen voor hun dochter op een mooie relatie, maar hun meningen zijn
verdeeld. Pa beveelt haar van harte aan Wijnand 'bij de lurven te vatten'.
Ma geeft het advies te kiezen voor de ander. 'Want zo iemand geeft toch
ook maatschappelijk perspectief op langere termijn'.
Jammergenoeg weet Erna zelf niet goed wie van beiden ze fysiek het
aantrekkelijkst vindt. Natuurlijk is ze gevoelig voor de atletische
gestalte van Wijnand, voor zijn faam in de sport
der sporten, maar als ze aan de vier passies van Erik denkt, en aan de
tulp, dan breekt er iets bij haar van binnen.
Kort erna hakt ze de knoop door. Ze bekijkt op een saaie middag haar
handen, die toch wel iets henbben, en loopt prompt naar de medewerker van
de medische registratie. Het blijkt dat Erik een doodgewoon
telefoon-nummer van vijf cijfers heeft.